1.Band bladbreedte
De breedte van een mes is de meting van de bovenkant van de tand tot de achterkant van het mes. De bredere bladen zijn over het algemeen stijver (meer metaal) en hebben de neiging om beter te volgen op de bandwielen dan smalle bladen. Bij het snijden van dikker materiaal kan het bredere blad minder afwijken, omdat de achterkant, wanneer deze in de snede is, helpt om de voorkant van het blad te sturen, vooral als de zijdelingse speling niet te groot is. (Als referentiepunt kunnen we een mes met een breedte van 1/4 tot 3/8 inch een "gemiddeld breed" mes noemen.)
Speciale opmerking: bij het herzagen van een stuk hout (dat wil zeggen, het in twee stukken maken die half zo dik zijn als het origineel), zal het smallere blad eigenlijk rechter snijden dan een breder blad. Door de kracht van het snijden zal een breed mes zijwaarts afwijken, terwijl bij een smal mes de kracht het naar achteren zal duwen, maar niet zijwaarts. Dit is niet wat men zou verwachten, maar het is wel degelijk waar.
Smalle bladen kunnen bij het snijden van een bocht een bocht met een veel kleinere straal snijden dan een breed blad. Een mes van ¾-inch breed kan bijvoorbeeld een straal van ongeveer 5-1/2-inch snijden, terwijl een mes van 3/16-inch een straal van 5/16-inch kan snijden (ongeveer de grootte van een dubbeltje). (Opmerking: de kerf bepaalt de radius, dus deze twee voorbeelden zijn typische waarden. Een bredere kerf, wat meer zaagsel en een bredere sleuf betekent, maakt sneden met een kleinere radius mogelijk dan met een smalle kerf. Een bredere kerf betekent echter dat de rechte sneden ruiger en heb meer dwalen.)
Bij het zagen van hardhout en naaldhout met een hoge dichtheid, zoals Southern Yellow Pine, gebruik ik bij voorkeur een zo breed mogelijk blad; hout met een lage dichtheid kan desgewenst een smaller blad gebruiken.
2. Band bladdikte
Over het algemeen geldt: hoe dikker het blad, hoe meer spanning er kan worden aangebracht. Dikkere messen zijn ook bredere messen. Meer spanning betekent rechtere sneden. Dikkere messen betekenen echter meer zaagsel. Dikkere bladen zijn ook moeilijker te buigen rond de bandwielen, dus de meeste fabrikanten van lintzagen zullen een dikte of diktebereik specificeren. Bandwielen met een kleinere diameter hebben dunnere bladen nodig. Een wiel met een diameter van 12 inch is bijvoorbeeld vaak uitgerust met een blad met een dikte van (maximum) 0,025 inch dat ½ inch of smaller is. Een wiel met een diameter van 18 inch kan een blad van 0,032 inch dik gebruiken dat ¾ inch breed is.
Over het algemeen zullen dikkere en bredere bladen de keuze zijn bij het zagen van dicht hout en hout met harde knoesten. Dergelijk hout heeft de extra sterkte van een dikker, breed blad nodig om breken te voorkomen. Dikkere bladen buigen ook minder door bij het herzagen.